Leeftijdsfases van een kitten.

Eerste week	Tweede week	Derde week
Vierde week	Vijfde week	Zesde week
Achtste en negende week

Eerste week in het leven van een kitten.

Er valt vrij weinig activiteit te verwachten. De kittens bewegen een keer, gapen of laten geluid horen. Hun dag zal voor 90% bestaan uit slapen. De overige 10% wordt in beslag genomen door het ritueel van de voeding en het stimuleren. Niet verbaasd zijn als blijkt dat ze ook al kunnen blazen en spinnen. Kittens hebben een goede reuk en reageren op iets wat vreemd is door te blazen of tuffen. Ze moeten wennen aan de geur van degene die hen verzorgt. Spinnen kunnen ze ook al, vooral als het lekker warm is en ze met een vol buikje kunnen gaan slapen.

Tweede week.

Er komt meer beweging in. De oogjes gaan open, de een is er wat vroeger mee dan de ander. De kleur van de ogen is vaak mooi blauw. Ontlasting gaan de kittens met meer regelmaat produceren. Als ze met meer zijn worden er pogingen ondernomen om te spelen en te vechten, ze gaan zelfs al naar elkaar blazen. De eerste waspogingen zijn te zien. Het is aan te raden om een kattenbakje in de buurt te zetten. Er is een manier om ze aan de kattenbak te wennen. Houdt het kitten bij het stimuleren boven het kattenbakje, zodat de urine op de kattenbakvulling terechtkomt. Als het kleintje een drolletje produceert, leg het dan ook in de kattenbak. Deze geuren helpen de kittens om te snappen waar een kattenbak voor bedoeld is. Af en toe ook een keertje op het bakje zetten en dan het kitten met de voorpootjes gravende bewegingen in de bak laten maken.

Derde week.

Het wordt wat drukker in het nest. De kittens zullen steeds vaker op de bak gaan. Vergeet echter niet een aantal keren per dag te stimuleren, ze hebben het nog nodig.

De tandjes gaan doorkomen. Ze zitten er voordat je het in de gaten hebt. De kleintjes gaan mensen herkennen. Sommigen beginnen al te spinnen als je er nog maar naar kijkt. Wat op deze jonge leeftijd ook heel leuk is om te zien is het spugen of tuffen naar elkaar of naar mensen. Nu is het om mee te lachen, als ze dit nog doen op latere leeftijd is het niet zo leuk. Meestal zie je dit ook niet meer als ze een week of zes zijn. De verschillende karakters worden steeds beter herkenbaar. Ze krijgen interesse in speeltjes..

Een tennisbal om mee te spelen wordt erg op prijs gesteld. Hier kunnen ze zich met vier poten omheen vouwen en tegen schoppen, een goede oefening. Speeltjes die verder gegeven kunnen worden zijn pingpongballen, speelgoedmuisjes (verwijder wel de oogjes en neus van de speelgoedmuis, er zitten vaak scherpe uiteinden aan), kleine kartonnen doosjes om zich in te verstoppen of een kurk. Oppassen met draadjes en touwtjes en plastic zakken, als ze erin verstrengeld raken kunnen er ongelukken gebeuren.

Vierde week.

Kittens zijn vaak al goed zindelijk als de kattenbak maar niet te ver weg staat.
Nu kan geprobeerd worden of ze zelf iets willen eten. Vaak lukt dit nog niet, soms wel. Er zijn kittens die absoluut geen blikvoer lusten. Zodra ze een bakje voor de neus krijgen gaan ze gravende bewegingen maken met een pootje. Ze geven daarmee aan dat ze het willen onderstoppen. Dan nog even geduld hebben tot ze brokjes willen eten. De eerste keer dat ze in aanraking komen met drinkwater is ook erg grappig. Het niezen en proesten is niet van de lucht. Zorg voor een drinkwaterbak die niet te diep is en kleur het water met een druppeltje melk. Het is nu ook de tijd om de kittens af en toe los te laten lopen in de huiskamer. Ze moeten immers ook wennen aan de dagelijkse geluiden die bij een gezinsleven horen. De televisie, de stofzuiger en ga zo maar door. De kittens kunnen kennismaken met de andere dieren die eventueel in huis aanwezig zijn, hoe meer hoe beter, mits de andere dieren de kittens een beetje accepteren. Het is een belangrijke periode in hun leven voor het gedrag op latere leeftijd. Ze kunnen overgeplaatst worden van hun kleine ruimte naar een grotere verblijfplaats, misschien een klein kamertje of zo. Loslopen in de huiskamer of keuken is niet zonder gevaar. Een ongelukje is zo gebeurd en een diertje van dit formaat overleeft het zelden als het onder een grote mensenschoen terechtkomt, dus.…… schuifelen

Vijfde week.

De een na de ander zal zelf kunnen eten en netjes alles op de bak doen. Opletten of elk kleintje wel ontlasting heeft. Steeds minder werk en steeds meer tijd om heerlijk van de kittens te genieten. Ze spelen steeds meer samen. Dit kan ruw verlopen. Soms heeft een kitten ineens een dicht oog. Vaak is een nagel van broer of zus in het oogje terechtgekomen. Een beetje oogzalf kan helpen. Met een nagelknippertje de uiterste puntjes van de nageltjes knippen kan misschien voorkomen dat ze elkaar nog eens pijn doen. De meubels zullen er vast ook een beetje onder lijden. Voor het kleine grut is niets zo leuk als in de bank klimmen en glijden. Ook in mensenbenen klimmen is een heel leuk spelletje. In de zomer met blote benen, is dit voor mensen niet altijd even aangenaam. Pas goed op dat ze zich door vallen niet te erg zullen bezeren, zelf kunnen ze nog niet zo goed afstand schatten. Met deuren ook heel voorzichtig zijn, voor iemand het in de gaten heeft, zit er zo'n klein monster tussen de deur.

Zesde week.

De kleintjes worden voor de eerste keer ontwormd. Het zijn nu al echte jonge katten met een eigen willetje. Ze kunnen met zijn allen danig de boel op stelten zetten. Als ze het te gek maken, dan proberen sommige dingen af te leren. Wanneer ze iets doen wat ze niet mogen, richt dan een straaltje water van de plantenspuit op het kitten. Roep gelijktijdig keihard: 'nee'. Met een beetje geluk gaat een kitten op 'nee' reageren door te stoppen met hetgeen het aan het doen is. Misschien fijn voor de nieuwe baas. Het is goed te merken dat ze de slaap- en speeluurtjes afstemmen op de uren dat ze aandacht krijgen. Ze hebben nog steeds veel rust nodig.

Achtste week en negende week in het leven van een kitten.

De tweede keer ontwormen. In de loop van de negende week moet de dierenarts bezocht worden. Deze controleert het kitten, hart, longen, bekje, huid, geslachtsorganen enz. Het kitten krijgt de eerste enting tegen kattenziekte en niesziekte. Let op dat dit onderzoek zorgvuldig gebeurt en de bevindingen ook in het entingenboekje vermeld worden.

Persoonlijk vind ik dit ook het goede moment om een kitten te laten chippen. Wanneer ze eenmaal bij een nieuwe baas zitten komt het er vaak niet van.

De enting moet op de leeftijd van drie maanden herhaald worden, maak er de nieuwe baas attent op. Kittens zijn zo beter beschermd tegen een eventuele infectie. Vanaf nu kunnen de diertjes geplaatst worden bij een nieuw adres. Het is moeilijk om afstand te doen van beestjes waar zo intensief voor gezorgd is. Een grote troost is wel dat kittens anders geen kans hadden gekregen om op te groeien tot ondeugende jonge katten met de hele toekomst voor zich.