Menu

Kruimeltuftuf

Kruimel
Het naamgevertje van 't Kruimelhuis
*20-08-1995 / +20-04-1997

Klik op een thumbnail om door het album te bladeren.
 
Eindelijk voldaan slapen. Het viespeukje Zo zindelijk op de kattenbak. Al snel was Kruimel op krachten.
 
 
Spelen op het grote kussen. Wat wwerd hij mooi. Wat een vertrouwen.
 
21-09-95
Mieuuuuw, koud en een leeg maagje, waar was mamma? Mamma kwam niet, hij zou haar nooit meer zien. Twee handen pakten het kleine katertje op en namen hem mee. Er klonk ineens een bromgeluid, heel lang, dat was de eerste kennismaking met een auto. Toen dat stopte pakten ze hem op. Hij werd ergens ingezet waar hij niet uit kon. Hij kreeg een bakje voor zijn neus wat lekker rook, wat moest hij daar mee? Even later stopte iemand een slangetje in zijn bekje waar dat lekkers uitkwam. Dat voelde lekker in zijn maagje. Nog steeds was het koud. Tsjie tsie, hij nieste een paar keer achter elkaar. Een scherp naaldje prikte even in zijn velletje. Even gromde hij zachtjes. Fijn, een warme zak met een dekentje erop. Zijn oogjes vielen dicht. Iets aaide zachtjes over zijn rugje, een beetje net mama. Prrrr prrrr zo lekker dat zijn prrrr machientje vanzelf aanging. De eerste dagen groeide hij goed. Hij dronk goed uit het slangetje. De derde dag kreeg hij een bordje lekker ruikend blikvoer voor zijn neus. Hij duwde zijn neusje erin en schoof en schoof en schoof. Alsmaar ging het vlees van de ene naar de andere kant van het bordje. Fijn, hij eet al zelf, zei iedereen. En niemand zag dat het alleen maar schuiven was. Hij wist immers niet wat eten was. Om hem wat gezelschap te geven werd hij bij de andere jonge katjes gezet. Als ze eten kregen deed het kleine katertje echt zijn best. Hij rook eraan en schoof en schoof tot de anderen alles opgegeten hadden. Dunner, steeds dunner werd hij. Het kleine katertje gaf het niet op, hij knokte voor zijn leven.
30-09-95
De negende dag werd hij meegenomen in de auto, helemaal alleen in een mandje. Hij werd gewogen, 230 gram. Hij kreeg weer drinken uit het slangetje en ging voor de eerste keer sinds een week met een vol maagje slapen, lekker onder een warme lamp. Zijn vieze snuitje, waar al het blikvlees en het snot uit zijn neusje in terechtgekomen was zag er aandoenlijk tevreden uit. Prrrr prrrr hij voelde zich weer even bij mama. Hij droomde van zijn lijfje tegen haar zachte velletje. Hij werd zelfs niet wakker om een plasje te doen.
 
 
 
De volgende dag stonk hij nog erger. Hij zette het op een grommen toen hij even in warm water geduwd werd. Hij schrok terug toen zijn neus in aanraking kwam met sopbelletjes. Hij zwom dapper toen hij zich mocht uitspoelen in het warme water. Alle vlooien bleven daarin achter. Ook de haren van zijn borstje en zijn pootjes. Die waren gestikt in het eten en braken af in het water. Toen hij op de handdoek stond om af te drogen was het zo'n nietig figuurtje dat het minkukeltje gelijk "Kruimeltje" gedoopt werd. Kruimeltje schrok toen de föhn aanging en spuugde een paar keer dapper naar het apparaat. Kruimeltuftuf wrong zich in allerlei bochten tot zijn velletje droog was. Toen was het wel te zien. Hij zou kunnen opdrogen tot een mooi katertje. Alles was daarvoor aanwezig. Hij mocht eten uit het slangetje tot hij vol zat en daarna ging hij lekker in zijn bedje onder de warme lamp slapen. Hij werd wakker van een lekker luchtje. Blikvoer met een beetje warm water. Hij liet zich plat op zijn buik in het bordje vallen en probeerde het eten op te zuigen. Het lukte een beetje. Een half uur later zat de helft in zijn maagje, de andere helft was terechtgekomen op zijn lijfje. Kruimeltuftuf, het viespeukje.
 
Na een paar dagen mocht Kruimeltje zijn bedje uit, voorzichtig het kamertje verkennen. Nog voorzichtiger, tree voor tree, soms een aantal treetjes tegelijk, de trap af, zeer ondernemend de nieuwe omgeving onderzoekend. Elke medebewoner bekijkend en besnuffelend. Een voor hem reuzengrote zwarte kater nam Kruimel tussen de vier poten en likte hem af. Kruimeltuftuf verdedigde zich door dik en dun, ook als er niets te verdedigen was. Alles ging met tegensputteren, tuffen en grommen. Twee keer per dag moest het kleine katertje zijn drankje nemen. Het duurde niet lang of hij won en zijn drankje werd in een beetje melk gedaan. Hij had duidelijk een trauma wat eten betreft. Alles wat hij voor zijn neus kreeg werkte hij naar binnen. Reuzegemakkelijk om medicijnen in te verstoppen. Kruimeltje groeide als kool, op twee weken tijd verdubbelde zijn gewicht. Hij was niet zo smerig meer en zijn haartjes begonnen terug te groeien. Toen het wat beter ging werd hij weer meegenomen naar het Asiel. Immers hij zocht een nieuw baasje. Een oogje zag er een beetje raar uit. Toevallig was er op het Asiel een dierenarts op de koffie die wel even naar hem wilde kijken. Als je iets van Kruimel tuf tuf wilde vond hij dat een slechte zaak. Hij maakte het niet gemakkelijk zijn oogje na te kijken. Hij gromde en spuugde dat het een lieve lust was. Toch vreemd. Het katertje was wel fel, maar echt veel kwaad zat er niet in. Hij wilde alleen niet iets moeten. Zijn oogje was ontstoken, twee keer per dag zalven. Ja, dat klonk makkelijker dan het was. Het bleek mee te vallen. Als hij lekker op schoot lag te slapen kon je zonder problemen zijn oogje zalven.Toen Kruimel een week of tien was zocht een jongetje hem uit om mee naar huis te nemen. Waarschuwen dat Kruimel niet zo gemakkelijk was hielp niet. Het was liefde op het eerste gezicht. Vreemd genoeg nestelde Kruimel zich gelijk bij de jongen op de arm, hij had zijn stekkie gevonden. Met een beetje begeleiding zou hij vast wel opgroeien tot een grote stoere evenwichtige kater.
 
Kruimel is inderdaad opgegroeid tot een stevige kater. Hij is op de heel jonge leeftijd van anderhalf jaar aangereden en heeft dit helaas niet overleefd.