Wilde en verwilderde katten leiden
een moeilijk bestaan. Vechten om een gebied, om eten, kortom, vechten
voor hun bestaan. Bij overlast worden ze afgeschoten of gevangen in
vangkooien en dat zijn dan nog de meest nette vormen om van een overlast
veroorzakende kattenpopulatie af te komen.
Wanneer u kittens van een wilde
moeder aantreft, zorg dan dat ze met een week of vier/vijf bij mensen
ondergebracht worden, veroordeel ze niet tot een wild bestaan.
Eventueel
kunt u dan de moeder laten castreren en terugzetten in haar natuurlijke
omgeving. Wel is het een must dat er een oogje in het zeil gehouden
wordt. Bijvoorbeeld bijvoeren in extreme weersomstandigheden of hulp
in geval van ziekte of verwondingen.
Ook de nakomelingen van een
tamme poes zullen wild worden als ze geen kennis maken met mensen op
jonge leeftijd. Met een week of vier wennen ze snel aan mensen, hoe
ouder ze worden des te moeizamer dit gaat. Vanaf een week of zes/zeven
is het vaak al onbegonnen werk. |